top of page
Foto van schrijvergreenscoutbart

GR129 Etappe 4: Mons - Grand-Reng


 

24 Km | Up: 230 hm / Down: 150 hm | Startplaats: Grote Markt, Mons

Zondag 23 Augustus 2020

 

Een nieuwe zondag is aangebroken en de kriebels om het masterplan verder te zetten, zijn volop aanwezig. Er wordt voor vandaag geen heet weer voorspeld integendeel, de kansen zijn groot dat enkele buien hun opwachting zullen maken. Aangezien die eerder voor de middag geprogrammeerd staan, besluit ik dan ook maar wijselijk om er opnieuw een vroeg nummer van te maken. Startplaats vandaag is de Grote Markt in Mons.

Ik word losgelaten aan het indrukwekkende Kunstwerk van Arne Quinze dat als een ware toegangspoort, pal aan de markt opgesteld staat. Wat een ingenieus ineengeknutseld exemplaar. Het is alvast een leuke start van de dag en ik hoop dat dit een voorbode mag zijn voor nog meer moois in de "te ontdekken" streek.

Tijdens het schuifelen doorheen het stadscentrum kom ik zowaar een standbeeld van Koning Leopold II tegen. Terwijl er al menig van deze posturen uit het straatbeeld verdwenen zijn, staat dit exemplaar nog gaaf en ongeschonden te pronken. Wie weet voor hoe lang nog …

Een plezant steegje met een smeedijzeren poortje aan begin en aan einde, begeleid mij tot aan de Sint Niklaas kerk. Vanaf hier kom ik in een drukker gedeelte van Mons terecht, meerbepaald de Koningin Astrid laan. Niet het meest attractieve van de dag bedenk ik bij mezelf maar even later word ik toch vrolijk als ik een blik kan werpen op het Parc du Waux-hall. Een groene verpozing in een grijze omgeving.

Voorbij het park sla ik linksaf de Rue Vilaine in. Wat een toepasselijke naam voor deze allesbehalve romantische buurt. Dit is geen omgeving waar ik lang wens in te vertoeven. Na enkele honderden meters transformeert de straat zich in een kiezelbaantje en verhinderen massieve betonnen obstakels de doorgang voor eender welke vierwieler. Terug wat tijd voor groen!

Even later, na het dwarsen van de Rue de la Genièvrerie, kom ik in de Sentier des Maraichers terecht en knispert een mengsel van grind en losse aarde onder mijn voeten. Het is in het verlengde van deze Sentier dat ik één van de hoogtepunten van mijn wandeling beleef.

Wie er geen weet van heeft, is er geheid zo aan voorbij gewandeld. Dit hoogtepunt ligt immers van het GR pad af en bevindt zich op de linkerzijde verdoken tussen twee huizenblokken. De Cascade d’Hyon! Deze brug met zijn geconstrueerde, stenen waterval kent zijn oorsprong al in de 12de eeuw. In de 12de eeuw bevatte het domein nog een oude watermolen. Deze werd echter in 1823 door de stad Mons verkocht. Na de eerste wereldoorlog werd het geheel omgevormd tot een leerlooierij. Het ganse complex werd compleet gerestaureerd in 2018 en is op vandaag een leuke bezienswaardigheid. Een plekje dat men niet mag missen wanneer in de buurt.

Ik verlaat deze verrijkende, historische injectie en wordt vrijwel onmiddellijk ondergedompeld in het Bois de Mons. Een dicht begroeide, holle en steile aardeweg leidt mij dwars doorheen dit vredige bos. Dit wordt even de longen goed opentrekken voor de komende twee kilometer.

Aan de voet van dit bos bots ik verrassend op een hoek bloeiende papavers. Bloeiend? Nu nog? Wow ... of nee, toch niet. Bij nader inzien zijn dit kunststoffen exemplaren die hier neergepoot zijn ter ere van een legende. Op 23 Augustus 1914 worden drie Britse bataljons stevig belaagd door het negende Duitse korps. Die nacht, door de uitzichtloosheid van hun situatie, roepen de Britse bataljons de hulp in van hun beschermheilige Sint Joris. Het onmogelijke geschiedt als omstreeks middernacht, boogschietende Engelen vanuit de hemel de Britse bataljons te hulp vliegen en zo de Britse eenheden een veilige aftocht bezorgen. De legende van de Engelen van Bergen was geboren! Een mooi verhaal van een echter heel intrieste tijd.

Na het verkennen van de Chemin de Bethléém en vervolgens de Rue du Marais, kom ik in een onverhard paadje terecht en begint het zowaar te miezeren. Gelukkig duurt het niet te lang en voor ik het goed en wel besef, is de bui al voorbij en wandel ik voorbij de kerk van Spiennes. Hier wacht mij een ander hoogtepunt van de dag. Geen haar op mijn hoofd die ooit gedacht zou hebben om hier zowaar een, in het jaar 2000 erkend, Unesco Werelderfgoed te vinden. Terwijl de streek bezaaid ligt met Wereldoorlog I herdenkingsmonumenten, is dit erfgoed toch van een ander kaliber. In Spiennes bevindt zich immers één van de oudste en grootste vuursteenmijnen van Noord Europa. Hier werden tussen 4350 en 2300 voor Christus massaal vuursteen ontgonnen en geëxporteerd. Deze site beschikt over duizenden mijnschachten en is in totaal 100 hectare groot. De site kan bezocht worden van April tot midden November maar is beperkt tot zo’n 5500 bezoekers per jaar. Wat een ontdekking!

Ik ben er zowaar eventjes stil van geworden. Nooit gedacht dat mijn exploratie doorheen dit gedeelte van ons Belgenlandje mij zoveel interessante weetjes zou bijbrengen. Het gezegde “Nooit te oud om te leren” krijgt op deze manier wel een heel specifieke invulling. Met deze blije gedachten in mijn achterhoofd wals ik ondertussen verder dwars doorheen uitgestrekte velden en ontwaar ik op mijn linkerkant de moderne ontginningsindustrie. De streek is rijk aan kalksteen en dat heeft er dan ook voor gezorgd dat de chemische industrie hier goed vertegenwoordigd is. Ik probeer los te komen van mijn linkerkant om van mijn rechtse zijde te kunnen genieten. Het levert mij een aantal mooie kiekjes op.

Net buiten het centrum van Harmignies steek ik de alom aanwezige rivier, La Trouille over en sla ik de volgende stofferige aardeweg in. De Vieux Chemin de Givry is zo'n goeie twee kilometer lang en behalve een eenzame mountainbiker en een poserende bruine koe, is er hier heel weinig beweging te bespeuren.

Wanneer ik wat later de voetbalpleinen van RLC Givry passeer, merk ik een ongewone stilte op. Vandaag geen passioneel, luidkeels schreeuwende ouders te bekennen. Daar zal de Covid-19 situatie misschien wel iets mee te maken hebben.

Even verderop gaat het bijna verkeerd. Ik mis een richtingsindicatie en na enkele honderden meters besef ik dat ik beter op mijn tellen terugkeer. Al vlug wordt het duidelijk waar het misliep. Op mijn rechterkant heb ik blijkbaar een poortje aan een koeienweide gemist. De route, met een vol zicht op de kerk van Givry, loopt hier dwars doorheen. Het is dan ook alle hens aan dek om toch maar geen surprise aan de schoenen mee naar huis te nemen.

In het dorp Givry eist La Trouille, tezamen met enkele in het oog springende opgedirkte hoeves, alle aandacht op. Dat dit geen al te groot dorp is, wordt mij vlug duidelijk, want een enige minuten later, na kennismaking met een mooie kapel, duik ik terug het veld in.

Een dik half uur lang klim ik langzaam maar zeker boven de velden uit en mag ik de wijde omgeving overschouwen. Van hieraf krijg ik een uitstekende blik op verscheidene voormalige mijnsites die zich scherp aan de horizon aftekenen. Wat had deze streek in de vroege 20ste eeuw toch een grote economische waarde!

Als ik wat later een verlaten witte communicatie toren voorbij wandel, voel ik dat het einde aan het naderen is. Ik laat de veldwegels achter mij en krijg wat vastere grond onder de voeten geschoven. Het moet gezegd dit worden de minst plezante kilometers van de ganse etappe.

Als plots de kerktoren zijn aandacht opeist, weet ik dat dit gedeelte van de GR129 ook al opgesoupeerd is. Ik heb Grand-Reng bereikt. Net op tijd blijkt, want terwijl ik mij neerplof op de passagierszetel van onze vierwieler, die gestationeerd staat op de Place de La Résistance, openen de hemelsluizen zich. Van een perfecte timing gesproken!

Al bij al een super geslaagde dag besprenkeld met heel veel historische weetjes! Wie zou daar nu niet willen voor tekenen?



142 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

留言


bottom of page