top of page
Foto van schrijvergreenscoutbart

GR129 Etappe 8: Fromiée - Maredsous


 

24 Km | Up: 280 hm / Down: 310 hm | Startplaats: Kerk Fromiée, Rue de Biesme, Fromiée

Vrijdag 18 September 2020

 

Ik ben reeds aanbeland aan de voorlaatste etappe van dit GR avontuur. Vandaag neem ik een snipperdag op bureel en probeer volop te profiteren van de laatste zonnestralen die deze Indian Summer 2020 kleuren. Startende aan de kerk in Fromiée ga ik op stille bedevaart naar de abdij van Maredsous. Na even in de geschiedenisboeken te hebben gedoken, ben ik te weten gekomen dat Fromiée gesticht werd rond de 10de eeuw en in de 13de eeuw reeds bevolkt werd door een 16-tal boeren. Interessant weetje, niet?

De omgeving rond Fromiée wordt gedomineerd door een indrukwekkend, 6000 hectare groot staatsbos genaamd Tournibus. Dit bos strekt zich uit over de dorpen Hymiée, Biesme, Hanzinne en Fromiée en is een waar wandelparadijs. Uiteraard zijn veel van deze wandelpaden opgenomen in deze GR129 etappe en worden deze derhalve onder mijn voeten geschoven. Maar vooraleer ik in dit immens bosperceel opgeslokt word, krijg ik het voorrecht om nog even te genieten van de heerlijke zonsopgang die met veel machtsvertoon zijn gouden gloed verspreid over de uitgestrekte velden en de nabijgelegen valleien.

Binnenkort worden de bossen in deze regio weer het terrein van menig jachtliefhebber. Net voor ik het Forêt du Tournibus binnentreed, word ik door middel van een affiche daar netjes over geïnformeerd. Het is duidelijk dat het beter is om de zonsondergangen tussen Oktober en December zo veel als mogelijk te vermijden. Gelukkig wordt het lokale wild nog een aantal dagen rust gegund. Iets wat ik alvast kan appreciëren want na enkele minuten vertoeven in het groen ben ik terug getuige van een rustig etende ree. Hoe kortstondig ook deze keer onze ontmoeting, het blijft steeds weer een heerlijk moment. Terwijl ze het op een lopen zet, kan ik haar nog net vastleggen op de gevoelige plaat.

Ik laveer een goeie 45 minuten in én langs het redelijk vlakke Tournibus domein, krijg volop de tijd om de ochtendspiertjes warm te wandelen en de ontwakende omgeving op te snuiven. King Silence rules here!

Even verder begeleidt een oude steenweg mij uit het woud en vooraleer ik het goed en wel besef, vertoef ik terug tussen de breed uitgesmeerde velden.

Het valt mij op dat de natuur in volle beweging is, wanneer een groep wilde zwanen al luid kwakend over mij heen vliegt. Ik ken mensen die maar niet genoeg krijgen van dit soort schouwspel. Als het dorpje Oret aan de einder verschijnt, weet ik dat de provincie Henegouwen definitief achter mij ligt en dat de eerste stappen in de provincie Namen een feit zijn. Wat mij meteen opvalt aan deze deelgemeente van Mettet, is de forse kerk die uittorent boven de gemeente. Het immens, neo-Romaanse exemplaar gebouwd in de tweede helft van de 19de eeuw voelt toch wat vreemd aan voor zo’n klein dorp.

Oret heeft in de eerste Wereldoorlog zwaar geleden onder de Duitse bezetter en dat valt na te lezen in enkele naslagwerken. Getuige hiervan zijn verschillende verhalen opgetekend door zuster Elisabeth die schijnbaar een heldhaftige rol gespeeld heeft tijdens deze droevige episode uit onze geschiedenis.

Na nog een vluchtige poging om de kerk van Oret te bezoeken, verlaat ik het grondgebied en begeef mij richting Corroy. Ik steek de drukke N932 over, maak kennis met een perfect onderhouden witte kapel en duik terug het bos in. Ditmaal is het slechts van korte duur want na een luttele 500 meter opent de horizon zich terug en loop ik weer volop in het akkerland. Van rust is er hier echter weinig sprake. Op mijn linkerkant bevindt zich immers het racecircuit Jules Tacheny en aan mijn rechterkant heb ik het genoegen om meerdere straaljagers te zien op stijgen vanop de militaire luchtbasis van Florennes. Onze militairen hebben er duidelijk zin in vandaag. Het volgende uur blijf ik getuige van meerdere geïmproviseerde luchttekeningen.

Net voor ik het dorp Stave binnenwandel, kruis ik via een oude brug, de oude spoorlijn Ligne 136a. Deze spoorlijn, welke in gebruik genomen werd in November 1854, was vooral bedoeld voor het goederenvervoer van ertsen die gewonnen werden uit de streek. Door de teloorgang van deze industrie werd de treinroute rond 1980 definitief opgeheven en recentelijk omgetoverd tot een heus wandelpad. Naast deze spoorweg ontspringt in Stave de rivier de Molignée dewelke uitmondt in de Maas nabij Anhée en welke een hoofdrol zal opeisen in de komende laatste etappe. Verder heeft Stave, voor zover ik kan inschatten, weinig interessants te bieden.

Het doffe dorpsgevoel krijgt een leuke twist wanneer ik, op het einde van de Rue de Stavesoul, een majestueuze vierkantshoeve zie verrijzen. Het is net alsof ik terug gekatapulteerd word in de tijd. Deze hoeve gelegen op een heuvel omgeven door weides en bossen werd in de 11de eeuw uit de grond gestampt en rond 1741 opnieuw herbouwd. Volgens de overlevering zou deze boerderij tevens het geboortehuis zijn van Sint Gerard. Een heilige die vereerd wordt als patroon tegen koorts, geelzucht en kliergezwellen. De omgeving en gebouw voelen alvast heel heilig aan, dat kan ik alleen maar beamen.

Ik heb inmiddels 13,5 kilometer in de beentjes en begin na de Stavesoul hoeve aan een langgerekte opeenvolging van veldwegen en bosdreven. Voor mij ontplooit zich een nieuwe, wonderbaarlijke groene vallei. Wat is het hier toch oneindig schoon!

En net op het moment dat je effectief denkt, “dit was zonder meer het hoogtepunt van de dag”, raast alweer een nieuwe endorfinegolf door lijf en leden als je plots, “out of the blue”, aan de horizon, omringd door een gigantisch woud, drie kolossale torens ziet opduiken. Ik slaak zowaar een vreugdekreet bij het zien van deze hemelse bouwsels. Mijn eindpunt is al in zicht en roept nu reeds tot de verbeelding. Met een stevige tred zet ik vaart naar het volgende dorp.

Ermeton-sur-Biert is aan de beurt. Aangekomen in het centrum mag ik proeven van een ludieke stapwegel afgeboord met oude, afgeschenen toegangspoortjes, lekker overgroeid met weelderig groen. Even bukken en hopen op niet te veel schrammen en blutsen.

Dit dorp ligt op een historische bedevaart route en is bezaaid met tal van in muren, ingebouwde kapelletjes die elk op zich weer één of andere heilige promoten.

De passage doorheen het dorp is slechts van korte duur en na wat licht klimwerk kom ik terug in de landelijke wereld. De tot de verbeelding sprekende torens prijken nu op mijn linkerkant en komen steeds dichterbij. Hoewel de nieuwsgierige honger groter en groter wordt, laat ik mij niet van de wijs brengen en probeer de prachtige omgeving verder in mij op te nemen. De boerengemeenschap heeft er duidelijk zin in vandaag. Her en der wordt het land omgeploegd, in zijn plooi gelegd om “herfst-proof” te zijn. Wat later maakt de weidse blik plaats voor een met bomen omzoomd pad. We duiken terug het bos in.

Een donzig grastapijt vervangt de statige bomenrijen en zorgt voor een magisch “offroad” traject. Met de abdij van Maredret volop in het vizier, is dit zonder meer één van de mooiere wandelpaden die ik tegengekomen ben. Op het einde van de lange afdaling kom ik voorbij aan een kapel gewijd aan de abdij en via een steil pad bereik ik de in 1893, door zeven Benedictijnse zusters gestichte, abdij. De bewondering is enorm bij het zien van zo’n groots, heilig domein.

Vanaf deze abdij is het slechts een tiental minuten stappen tot mijn definitief eindpunt, de abdij van Maredsous. Dit is een must-to-see voor ieder cultureel en religieus minnend persoon. Na 24 superleuke kilometers kan ik mij eindelijk neervleien op een terrasstoel en is het moment aangebroken om mij, samen met mijn levenspartner/chauffeur compleet over te geven aan het lokale gerstenat.

De GR129 uitdaging is bijna volmaakt. Dinant, here we come!



379 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page