22 Km | Up: 410 hm / Down: 530 hm | Startplaats: Abdij van Maredsous, Denée
Dinsdag 22 September 2020
Het is bijna niet te geloven maar de finale is eindelijk aangebroken. Nooit gedacht dat ik anno 2020 deze uitdaging zou aangaan om 200 kilometer te wandelen in ons Belgenlandje. Gestart op 1 Augustus en na negen dagen ligt het einde op 22 September binnen bereik. Ik word er zowaar bijna weemoedig van.
Deze laatste etappe verbindt het oogstrelende Maredsous met het prehistorische Dinant. Geen beter moment om dit magische tracé te verkennen dan op deze zonovergoten Indian Summer dag. Vandaag trek ik niet alleen de wijde wereld in. Onze vriend Peter heeft de uitdaging geaccepteerd en krijgt op zijn beurt de officiële GR doop.
Aangezien Maredsous voor Peter, zijn vrouw en mijn partner onbekend terrein zijn, besluiten we alvorens definitief de weg te plaveien, nog even de grote abdijkerk te bezoeken.
Met een gezegend gemoed vatten we, op een geïmproviseerd voetpad naast een gemeenteweg, de tocht aan. Groot is onze bewondering als we na enkele meters een bejaarde kloosterzuster ontmoeten die, te voet én gewapend met een wandelstok, vrolijk en blij richting abdij stapt. Een vriendelijke goedemorgen fladdert in onze richting en geeft ons een heerlijk gevoel. Hoe kan deze dag nu nog misgaan?
Net voor de brug, die de rivier de Molignée overspant, merken we, op rechts, de RAVeL lijn L150 op. Hier kan je je zowaar met een railbike uitleven op een set oude treinrails. Lijkt wel een leuke attractie maar we besluiten het toch maar bij het pure voetenwerk te houden.
Het startschot voor het echte avontuur wordt enkele honderden meters verder gegeven. Een steile met stenen gedecoreerde weg vormt de voorbode voor een eerste bospassage. Terwijl we ons beide al klaar stomen om opgeslorpt te worden in het groen, worden we eerst nog eens beloond met een alleszeggend zicht op de abdijkerktorens. Probeert men ons nu te verleiden om terug te keren?
Na een tiental minuutjes klimmen, gaat de wereld open en krijgen we een fabelachtig groene vallei voor onze neus geschoteld. Nog even werpen we een blik op de statige abdijtorens alvorens het loof onze einder terug beperkt.
Dit nieuw aangesneden woud ligt op een heuvelkam boven het dorp Sosoye. De schijnbaar lieflijk ogende nederzetting is geklasseerd als één van de mooiste gemeentes in Wallonië. Voornamelijk het centrum bestaat uit typische, in kalksteen opgetrokken huizen. Jammer genoeg laat de GR129 deze ervaring links liggen en hebben wij het dus enkel van horen zeggen. We laten het echter niet aan ons hart komen want onderwijl ontplooit zich een fantastische omgeving die zich volop aan het klaarmaken is voor de aanstormende herfst.
Na ruim zeven kilometer van puur likkebaarden, komen we terug in de bewoonde wereld. Foy is één van die gehuchten waar je werkelijk een nagel op straat kunt horen vallen. De nadrukkelijk aanwezige stilte is hier geruisloos tastbaar. Wanneer we door de straatjes laveren, merken we een aantal mooi gerenoveerde herenhuizen op. Het zou mij niet verbazen mochten enkele van deze uitgebaat worden als vakantiehuizen.
We verlaten de stilte al even vlug als we ze aangetroffen hebben en dalen af naar de Molignée. Als we op de N971 de rivier uiteindelijk oversteken, staan we enkele ogenblikken verwijderd van één van de hoogtepunten van deze wandeling. Bovenop een massieve rots bevindt zich de kasteelruïne van Montaigle. Een kasteel dat gebouwd werd begin 14de eeuw en in handen was van Gwijde van Namen. In 1554 werd dit patrimonium door het Franse leger van Koning Hendrik II echter geplunderd en in brand gestoken. Sedert 1965 is het in handen van de Belgische overheid en wordt het onderhouden door een vereniging die zich de vrienden van Montaigle noemen. Het geheel baadt in een oase van rust en groen en is, wanneer in de buurt, zeker het bezoeken waard.
Met een Middeleeuwse injectie in lijf en leden vervolgen we ons pad doorheen het Bois de Foy om even later op een groot herdenkingsmonument van Wereldoorlog II te botsen. Hier worden gesneuvelde Franse en Belgische soldaten herdacht die in Mei 1940 het dorp Haut-le-Wastia met man en macht probeerden te beschermen tegen de Duitse indringers. Het moet gezegd, wij zijn alvast met de beste intenties en bedoelingen gekomen! Geef ons maar de vreugde van het verkennen van ongekende streken.
Het centrum laten we links liggen en wanneer we rechtsaf draaien krijgen we zicht op een heel pittoresk dal. Zowel Peter als mezelf staan perplex bij deze prachtige penseelstreep. Wat staat ons Belgenlandje toch bol van verborgen, zalige stukjes natuur.
Na het nemen van enkele hindernissen en het vrolijk “lianen-zwieren” in het Bois de Surinvaux et du Curé, bereiken we Senenne. Een mooi opgedirkte vierkantshoeve uit 1198 doet onze route aan en laat ons even wegdromen naar dat ver verleden.
Deze hoeve vormt waarschijnlijk de uitvalsbasis voor een lucratieve onderneming. Een honderdtal meter verder worden we plots omringd door tal van keurig geschapen kerstboompjes. Deze zullen wellicht binnen enkele maanden, uitgebreid opgekleed, massa’s winkels en huizen gaan opfleuren.
We zijn inmiddels 16,5 kilometer ver wanneer we tussen de bomen, vanop de Chemin de Crèvecoeur, een eerste glimp mogen opvangen van de brede Maasvallei. Na ruim drie uur ondergedompeld te zijn geweest in een explosie van groen en glitter, valt de twee kilometer lange Chemin ons eigenlijk een beetje tegen. Maar echt klagen doen we natuurlijk niet want wat zijn we toch al weer flink verwend met al dat moois. Even verder straalt zelfs de kinderlijke blijheid van ons gezicht af als we linksaf, een met haarspeldbochten bezaaid pad mogen inslaan. Het wordt een afdaling om U tegen te zeggen! Back on track zoals ze zeggen. De afdaling duurt een kleine tien minuten en af en toe nemen we de tijd om te genieten van enkele vergezichten.
Beneden aangekomen staan we naast de kerk van Bouvignes-sur-Meuse alwaar een oude stadspoort Porte De La Val pronkt. Een overblijfsel van een vestingwerk uit de 13de eeuw. Zonder het ook maar beseft te hebben zijn we, tijdens onze afdaling, pal naast een oude kasteelruïne gepasseerd. Jammer dat we dit pand gemist hebben want het is beslist het exploreren waard.
Nu het einde in zicht is, willen we alvast niet te lang blijven stilstaan aan de verkeken kans en zetten we met veel goeie moed onze weg verder. Moed die alvast meer dan welkom is wanneer we aan de kerkmuur, een volgende steile klim in een bos opmerken. Wat volgt is een aaneenschakeling van heuvelachtige bospaden en smalle straten. Op dit gedeelte van de wandeling heerst een vrolijke drukte. Blijkbaar scherpen de plaatselijke studenten hun conditie aan door middel van een intensieve loopsessie in het omliggende woud.
Na een dikke vier uur stappen is het dan eindelijk zover. Peter en mezelf bereiken ons einddoel. Dinant is een feit!
Over een afstand van ruim 200 kilometer verdeeld over negen etappes heb ik de laatste weken enorm genoten van iedere korzel grond die onder mijn voeten werd geschoven. Iedere etappe had zijn eigen charme en de ene was al wat uitdagender of mooier dan de andere. Door dit avontuur heb ik werkelijk ontdekt wat voor moois ons landje allemaal te bieden heeft en is de nieuwsgierigheid naar nog meer van datzelfde alleen maar groter geworden. De GR bacterie heeft mij serieus beet en ik vrees dat ik ieder antibiotica zal weren zodat ik lekker "zot van de GR goesting" kan blijven rondlopen op deze blauwe planeet. Volgend jaar volgt het GR129 vervolg maar ondertussen verken ik dichter bij huis gelegen routes. More to come ... Warme wandelgroeten, Green Scout Bart
Fotogalerij: https://flic.kr/s/aHsmSMvuJ2
Comments