26.0 Km | Up: 320 hm / Down: 270 hm | Startplaats: Kerk Overboelare, Pol Antheunisstraat |
Zaterdag 24 Oktober 2020
Een grijze, bewolkte morgen met wat fijn gemiezer, dat is het strijdtoneel voor de vierde editie van mijn lange trektocht doorheen het heuvelende Vlaamse Ardennen landschap. Geen haar op mijn hoofd dat er ook maar één seconde aan denkt om de handdoek in de ring te gooien. Vandaag onderwerp ik mij volledig aan de streek van de echte mattentaarten.
De kerk van Overboelare ziet er onder de zwaar beladen hemel allesbehalve uitnodigend uit maar dat is bijzaak op deze wandelzaterdag. Rond kwart voor negen start ik goed uitgedost aan mijn verkenning en bereik ik al na enkele honderden meters de oevers van de Dender. Op een enkele wandelaar na, is het rustig opwarmen geblazen aan de lang uitgerekte waterloop.
Na een 20 minuten durend herfstkleureninfuus, strijk ik neer in "Giesbaargen" beter bekend bij de dialect ontkennende bevolking als Geraardsbergen. Ik passeer langs het Algemeen Stedelijk Ziekenhuis, sla even later rechtsaf de Grotestraat in en steek de Dender over. Voor mij verschijnt de Sint Bartholomeuskerk dewelke opgericht werd in de 12de eeuw. Toendertijd weliswaar in een kleinere kapelversie. Schijnbaar prijkt in deze kerk de mooiste barokke preekstoel van gans België. Iets wat ik noch kan confirmeren noch ontkennen aangezien ik die deur op mijn tocht niet openzwaaide.
Ik verlaat de Grote Markt en beland via de Vesten in de Hooiweg. Deze met kasseien geplaveide helling loopt parallel aan het Grupellopark, kruist aan het Heilig Hart beeld, de Pachtersstraat om even later mijn weg verder te zetten tot aan de voet van de befaamde Muur.
Daar is dat jeugdsentiment terug! Talrijke keren heb ik dit wielermonument op mijn alu-ros getrotseerd om enige inwendig Merxciaans talent aan te wakkeren maar tevergeefs, de groten der aarde laten zich niet zo maar kopiëren.
Ik wandel de Muur in tegengestelde richting naar beneden om, na enkele meters via een trap, de Kapelmuur te bereiken. Hoog tijd om even te pauzeren en de omgeving af te tasten. Op zonnige dagen ontplooit hier zich een mooi panorama maar vandaag moeten we ons tevreden stellen met heel wat minder.
Aangezien "de blik op oneindig" zijn kans niet krijgt vandaag, stap ik gezwind verder en vergaap mij dan maar aan enkele mooie kabouterhuisjes op het groene wandelpad.
Ik dwars de Edingseweg en verruil het stedelijke voor het landelijke. In de Brusselsestraat ontdek ik een heus staaltje hoevetoerisme. Hier in de gerenoveerde Wambas abdijhoeve kan men niet alleen zorgeloos logeren maar kan men ook deelnemen aan de dagelijkse agrarische activiteiten. Wie zou hier nee tegen kunnen zeggen?
Voorbij de hoeve dient de lange Stuivenbergdreef zich aan en krijg ik zicht op de enige portie bos die vandaag op mijn bord zal geserveerd worden. Het 50 hectare groot Raspaillebos ligt op de oostelijke flank van de Bosberg en vormt samen met het Moerbeke-, het Kluys- en Karkoolbos de mini groene long van Geraardsbergen en omstreken. Het is een echte verademing om op ontdekking te kunnen gaan in dit, voor mij splinternieuw, stukje natuur. Wat leuk is, is dat deze GR route ruim drie kilometer doorheen dit domein slingert.
Terwijl ik nog aan het nagenieten ben van de nieuwe ervaring, breekt de zon heel eventjes doorheen het wollige wolkendek en opent zich voor mij een uiterst aangename vallei. De wandelbordjes van Stiltewandeling West verraden het al, hier is men ver van alle drukte verwijderd. Terwijl "Stilte" mijn compagnon wordt, laveer ik van brede dreven naar trage, onverharde paadjes. Onbeschrijfelijk mooi!
Het "puur natuur" gevoel verwent mij een dikke drie kilometer lang en maakt mij zo blij als een klein kind dat net tot de ontdekking gekomen is dat 6 December nog steeds een "Sint traditie" is zonder weerga.
Met de Molenbeek op mijn rechterkant, beland ik in het dorpje Zandbergen. Op het plein in het centrum bots ik op een standbeeld van kunstschilder Jan De Cooman. Deze schilder leefde van 1893 tot 1949 en was bedreven in het produceren van talrijke etsen, en olieschilderijen. Dat hij een voorliefde had voor de Vlaamse Ardennen kwam tot uiting in tal van zijn landschapswerken.
Aan de Dender gekomen, merk ik de GR wandelboom op en zie dat de oversteek over de metalen ophaalbrug mijn vervolg is. Ik passeer het iconische station van Zandbergen en bedenk bij mezelf hoe heerlijk het zou zijn, mocht dit in zijn volle glorie hersteld worden.
Ik verlaat het dorpje, zie onderweg nog een aantal leuke herfsttaferelen en begin aan de doorsteek, via de ongezellige N45 Expressweg, naar Voorde.
Opnieuw een onbekend dorpje met een zeer aangenaam kerkzicht en waar men vroeger blijkbaar uitgebreid de voeten verwende.
Hier in Voorde neem ik afscheid van de grote Wandelronde van Vlaanderen, de GR5A. Nu krijgt de Streek-GR weer de volle aandacht die het verdient. Even later struikel ik zowaar over ... een dorpsnaam. Smeerebbe-Vloerzegem, wat een mondvol is me dat! Ik spot de kerk van Smeerebbe aan de horizon, laat die jammer genoeg links liggen en verorber direct wat beton.
Ik dwars de noodzakelijke N8 en voel dat de finale fase ingezet is. In de allerlaatste dreef, krijg ik het einddoel in zicht. Hoog bovenop de heuvel straalt de kerk van Sint Antelinks. Het is inmiddels terug beginnen druppelen en het aantrekken van de regenplunje is een ware noodzaak. Vooraleer ik de klim naar het heiligdom aanvat, verwerk ik nog even vlug een kapelletje. Een goeie 20 minuten later, na een zalige GR etappe, bereik ik de Sint Gertrudiskerk. Dankbaar voor de heerlijke dag!
Dank je Jelle! Inderdaad in Voorde volgde de splitsing.
Zalig verslag, ik wilde nog reageren met, 'het is precies een GR5A etappe' maar uiteindelijk verliet je deze kort na Zandbergen. Top!!!